Leefgebied Water

bron afbeelding: Natuurbeheerplan 2016, provincie Fryslân

bron afbeelding: Natuurbeheerplan 2016, provincie Fryslân

Wat is het?

Naast het soortenbeheer zoals binnen de leefgebieden Open Grasland en Natte Dooradering kent de ANLb ook de mogelijkheid voor waterbeheer via de categorie Water. Via deze weg kunnen waterschappen agrarische collectieven benutten om samen te werken met boeren.

Doelstellingen

De belangrijkste opgaven die waterschappen hebben in agrarische gebieden zijn klimaatverandering en de Kaderrichtlijn Water. Het eerste punt kent uitdagingen als extreme droogte én heftige buien in de zomerperiode, en meer regen in de winter. De Kaderrichtlijn Water gaat over het terugdringen van voedingsstoffen en resten van gewasbeschermingsmiddelen in het water, een toename van biodiversiteit in de sloot(kanten) en het creëren van de juiste mate van stroming in het water.

Samenwerken met boeren is nodig

Gedeeltelijk kan het waterschap zelf zaken aanpakken, zoals een gemaal vernieuwen, een grotere duiker plaatsen of een vistrap aanleggen. Aanvullend moeten er – om de doelstellingen te bereiken – maatregelen plaatsvinden in het agrarische deel van sloten, vaarten en beken.

In een gebied valt regen en hoe snel dat water bij een gemaal of stuw komt en wat de kwaliteit van dat water is, hangt af van wat er in het stroomgebied gebeurt. Als boeren hun organisch-stofgehalte verhogen, dan kan er meer regenwater naar het grondwater zakken. In plaats van dat het regenwater dan over het maaiveld naar de sloot stroomt krijgen de gewassen langer bodemvocht beschikbaar om te groeien. En wanneer boeren een rand rond hun perceel niet bemesten en niet bespuiten dan komen er veel minder voedingsstoffen en gewasbeschermingsmiddelen in het water terecht. Sloten  schonen en baggeren kan op een manier die beestjes en planten spaart, waardoor die soorten makkelijker overleven. Dit zijn een aantal maatregelen die boeren kunnen nemen om het waterschap te ondersteunen in haar werk.

Compensatie

Wanneer een boer kiest voor maatregelen met betrekking tot waterbeheer worden er kosten gemaakt of inkomsten misgelopen. Daarom kunnen extra werkzaamheden en gederfde inkomsten vergoed worden op basis van een beheerovereenkomst af te sluiten via het collectief. Naast dat de boer zo een maatschappelijk belang dient én een financiële compensatie ontvangt, zijn er nog een aantal aanvullende redenen om mee te doen.


Waarom meedoen met ANLb-water aantrekkelijk is

  • Veedrenking
    Wanneer de chemische waterkwaliteit in de sloot beter is, is het veiliger voor vee om uit de sloot te drinken. Dit bespaart leidingwater.
  • Weidevogels
    Veel beheerpakketten in de categorie water van ANLb hebben ook een positief effect op (weide-/akker-) vogels. Als agrarisch gebied niet opengesteld is voor de leefgebieden open akkerland of open grasland, dan biedt de categorie water misschien toch een mogelijkheid om de omstandigheden voor vogels te verbeteren. Dan kan bijvoorbeeld met bodemverbetering (meer bodembeestjes die als voer dienen voor vogels) en natuurvriendelijke oevers en  landenbeheer (meer insecten in de slootkant en meer mogelijkheden om te schuilen voor de kuikens).
  • Functionele AgroBiodiversiteit
    Randenbeheer zorgt ervoor dat natuurlijke vijanden van plaag-organismen direct rond percelen kunnen leven. De boer hoeft minder chemische gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken (en dus aan te schaffen) wanneer nuttige insecten (een deel van) die taak overnemen.
  • Vast inkomen
    De beheervergoeding biedt financiële zekerheid. Het is een vastgesteld bedrag, dat niet aan prijsschommelingen onderhevig is.
  • Licence to produce
    Vanuit de maatschappij wordt er steeds meer naar de landbouw gekeken. Zichtbare maatregelen, zoals randenbeheer, rietzomen en natuurvriendelijke oevers dragen bij aan een ‘mooier’ landelijk gebied en aan meer draagvlak voor de agrarische sector.
  • Hogere gewasopbrengst
    Hoewel het ANLb gericht is op het vergoeden van opbrengstderving, heeft het beheerpakket bodemverbetering potentieel een positief effect op de opbrengst. Door het gehalte organisch stof te verhogen gaat de bodem meer ‘leven’ waardoor gewas beter kan wortelen en daardoor meer bodemvocht kan benutten.