OPROEP BFVW en BoerenNatuur Fryslân

Als je deze vraag stelt aan een willekeurige nazorger of boer die aan agrarisch natuurbeheer (ANLb) doet, krijg je waarschijnlijk als antwoord ‘zeker weten’.

Net als het rampjaar 2020 is er minder dan 50% van de gruttokuikens vliegvlug geworden, met op meerdere plekken een percentage onder de 40%. Een dergelijk slecht weidevogelseizoen werkt behoorlijk negatief door op de motivatie van nazorgers en boeren binnen én buiten ANLb gebieden. Zeker als een dergelijk seizoen geen uitzondering (meer) is. Volgens sommigen dus ‘om moedeloos’ van te worden.

En als je dan de beschikbare nazorgcijfers in het BFVW registratie bekijkt, zijn er een paar in het oog springende oorzaken van de slechte resultaten. Sommige oorzaken zijn al langer bekend en op korte termijn moeilijk te veranderen. Hoe kun je bijvoorbeeld op korte termijn de broedbiotoop voor weidevogels verbeteren zonder dat het een boer direct in financiële nood brengt? Een grote uitdaging zonder makkelijke oplossingen. Gelukkig zijn er al vele boeren in Fryslân die dat in samenwerking met bevlogen nazorgers wel lukt. Vaak met ondersteuning vanuit het systeem van ANLb. En dan nog hebben ook deze boeren met regelmaat last van invloeden van buitenaf. Invloeden die negatief uitpakken voor weidevogels en dus ook voor deze boeren én natuurlijk ook voor vrijwillige nazorgers.

Bijvoorbeeld de invloed van roofdieren (predatoren) op geregistreerde nesten, broedparen én op kuikenoverleving. Deze invloed is nog altijd groot, met grote verschillen per plaats en per jaar. Grondpredatoren als de kat, vos, steenmarter en andere marterachtigen, maar ook ‘nieuwe soorten’ als das en wasbeerhond kunnen plaatselijk grote invloed hebben op het uitkomstsucces van de eieren. Voor de kuikens zijn dat vooral luchtpredatoren als buizerd, blauwe reiger en bruine kiekendief. Dit gevoelige onderwerp houdt de gemoederen in weidevogelland steeds meer bezig. Vooral omdat de (negatieve) invloed van predatoren op de weidevogelstand in verhouding steeds groter wordt.

De besturen van BFVW en BNF vinden het daarom tijd voor actie om inspanningen op het gebied van predatiebeheer verder op te voeren. Zij realiseren zich dat er (juridische) beperkingen kleven aan intensiever predatiebeheer, maar eigenlijk is het al 5 over 12 voor de weidevogels. Het punt is nabij dat de stand van weidevogels zo laag wordt dat geen enkele maatregel nog zin heeft. Het punt dat zaken als een ANLb-systeem of de grootschalige inzet van vrijwilligers niet meer verantwoord zijn. Dan is het over en uit en dat willen we met zijn allen koste wat kost voorkomen.

Daarom roepen de Bond Fries VogelWachten en BoerenNatuur Fryslân de landelijke, provinciale en gemeentelijke politiek op om de mogelijkheden voor predatiebeheer (tijdelijk) te verruimen. Zo kunnen we er op korte termijn voor zorgen dat er nog een lange termijn overblijft voor boeren en nazorgers om zich voor in te zetten. Inzet die nodig is om de weidevogels te redden en te behouden voor een Fryslân met een biodivers en levendig landschap.

Keimpe Strikwerda – voorzitter Bond Friese Vogelwachten
Albert van der Ploeg – voorzitter BoerenNatuur Fryslân

Bijlage: Toelichting oproep

toelichting