Meldingsformulier-Ruige-Mest-2022
Het uitrijden van ruige mest voor weidevogels onder het ANLb kan binnenkort weer. Maar wat is het belang van ruige mest ook al weer voor de weidevogels? En wanneer mag je het precies uitrijden? Wanneer kom je voor een vergoeding in aanmerking? We zetten het voor u op een rijtje.
Ruige mest wordt ook wel vaste mest genoemd en bestaat uit dierlijke mest, die voor het weidevogelbeheer bij voorkeur ook strorijk is. Soms worden met name (deels verteerde) voerresten gebruikt als “ruige mest”, maar feitelijk is dit dus geen ruige mest. Ook compost en dierlijke fractie uit de mestscheider vallen niet onder de definitie vaste mest.
De ruige mest bevordert het bodemleven, dat de belangrijkste voedselbron voor de volwassen weidevogels vormt. Daarnaast is de grasgroei enigszins vertraagd ten opzichte van het gebruik van drijfmest of kunstmest, waardoor de percelen langer de open structuur houden die ze voor weidevogels geschikt maakt. Ook verwerken sommige weidevogels, met name kieviten, het stro uit de ruige mest in hun nest.
Binnen het weidevogelbeheer onder ANLb is bij percelen met beheerpakketten als kruidenrijk grasland en grasland met rustperiode een vergoeding mogelijk voor het uitrijden van ruige mest. Voorwaarde hiervoor is dat er 10-20 ton/ hectare wordt uitgereden in de periode van 1 februari tot 1 september, maar buiten de rustperiode van het beheerpakket. Ook wanneer de grond in deze periode bevroren is, mag je ruige mest uitrijden. Na het uitrijden van de ruige mest is het belangrijk om binnen zeven dagen melding te doen bij uw eigen gebiedsregisseur Het meldingsformulier vindt u op de site van ANC Westergo onder Ledeninfo . Het gebruik van het formulier is niet verplicht, maar geeft wel aan welke gegevens noodzakelijk zijn voor een juiste melding.